Politiek
May 20, 2022

D66: hoe het frame altijd alles bepaalt

Met verbazing heb ik het gedoe binnen D66 gevolgd. Het gedoe over Frans van Drimmelen. Het gedoe begon in 2017. De politieke leiding zag geen aanleiding voor maatregelen. In 2021 stond het gedoe opnieuw op de agenda. D66 zag zich genoodzaakt om een onderzoek te laten instellen naar grensoverschrijdend gedrag van de genoemde Frans van Drimmelen binnen D66. De onderzoekers concludeerden dat er wel sprake was van grensoverschrijdend gedrag, maar dat er geen sprake was van machtsmisbruik of van seksuele intimidatie. Bovendien was er geen sprake van structureel grensoverschrijdend gedrag binnen het bureau van de partij. De laatste conclusie was de belangrijkste verdedigingslinie van Sigrid Kaag.

Enkele weken geleden kwam de Volkskrant met het bericht dat het allemaal toch anders lag. Op basis van een geheime bijlage bij het onderzoeksrapport, suggereerde de krant dat er wel degelijk sprake was geweest van machtsmisbruik en seksuele intimidatie. Die bijlage zou bewust door de top van D66 zijn weggemoffeld. Helaas weten we nog steeds niet wat er in die bijlage heeft gestaan. Ook niet door het suggestieve stuk in de Volkskrant. Bovendien gebood de rechter in kort geding de Volkskrant om een aantal passages aan te passen. Dat zou wel of niet zijn gebeurd. Vervolgens kreeg de Volkskrant in hoger beroep weer gelijk, zodat de affaire nog onduidelijker werd.

Maar ook basis van wat wel bekend is kunnen we vaststellen dat de leiding van D66 geheel de weg is kwijt geraakt na de publicatie in de Volkskrant. Want wat weten we wel? Frans van Drimmelen was een zeer actief lid van D66, had zeer goede contacten bij de partijleiding, was voorzitter van de talentencommissie van de partij en liep regelmatig rond op het partijbureau. Het slachtoffer was de directeur van het partijbureau. Van Drimmelen en het slachtoffer hadden een geheime relatie. De relatie werd door het slachtoffer verbroken, hetgeen Van Drimmelen moeilijk kon verkroppen. Hij bleef zodanig aandringen op een gesprek dat er sprake was van stalking. Stalking is grensoverschrijdend.

Maar wat heeft D66 hiermee te maken? En waarom zou D66 zich hiervoor moeten verontschuldigen? Twee volwassen mensen hebben een geheime relatie en maken daarna ruzie. Er bestaat geen machtsrelatie tussen beiden. Dus van machtsmisbruik is geen sprake. Er is dus geen institutionele verantwoordelijkheid voor het grensoverschrijdende gedrag van Van Drimmelen. Waarom zou D66 verantwoordelijk moeten zijn voor het gedrag van twee van haar leden?

Toch maakte de leiding van D66 uitgebreid excuses. En kwamen honderden partijleden een hele dag bijeen om over deze casus te spreken. De reden is simpel: de Volkskrant maakte zich schuldig aan een ernstige vorm van framing. Moedwillig of misschien wel uit onnozelheid. De journalisten hoorden het woord ‘grensoverschrijdend gedrag’, koppelden dit gedachteloos aan machtsmisbruik en ja, in dat frame heeft de organisatie waarin het machtsmisbruik plaatsvindt, wel iets te verantwoorden. Dat frame klopt inderdaad bijna altijd. Maar hier nu juist niet. Hier was geen sprake van machtsmisbruik, om de simpele reden dat de dader geen macht over het slachtoffer had. Stel dat de geheime relatie was uitgemond in een crime passionel, was Kaag dan verantwoordelijk geweest voor moord?

Zou Kaag zich dit allemaal niet hebben bedacht? Natuurlijk heeft ze zich dit bedacht. Maar na die publicatie in de Volkskrant was aan dat ene fatale frame niet meer te ontkomen. En in dat frame moest ook D66 diep door het stof. Vorig jaar durfde Kaag nog te zeggen dat er geen sprake was van structureel grensoverschrijdend gedrag, dat het ging om twee ongelukkige mensen en dat de partij daarvoor niet verantwoordelijk kan worden gehouden. Dit jaar durfde Kaag dat niet meer te herhalen. Niet omdat er nieuwe feiten aan het licht waren gekomen, maar omdat de oude feiten in een dodelijk frame werden gepresenteerd.

Wat was het groot van Sigrid Kaag geweest als ze had gezegd dat geen enkele partij verantwoordelijk is voor de geheime relaties die partijleden aangaan en dat geen enkele partij het kan worden aangerekend dat de ene partner het niet kan verkroppen als de andere partner het uitmaakt.