Politiek
April 9, 2020

De klem van de IC-bedden #corona

Vanochtend indringend interview met Marli Huijer in de Volkskrant. Ze stelt de vragen die gesteld moeten worden over corona en alle beperkende maatregelen die erbij horen. Ik was er blij mee, hoewel Huijer verzuimt om zelf maar het begin van een antwoord te geven. Het  kabinet moet wel beslissen. En als ik eerlijk ben: als ik in de schoenen van Rutte had gestaan, had ik tot op heden dezelfde beslissingen genomen.

Dat neemt niet weg dat we een veel breder politiek debat nodig hebben. Een debat dat veel verder rijkt dan de Intensive Care. Want in feite lijken regering en parlement gedreven door een hele simpele redenering:

  1. Mensen die besmet zijn met het corona-virus besmetten andere mensen door direct contact.
  2. Wie het virus draagt wordt ziek. Een deel van de zieken moet worden opgenomen in het ziekenhuis, van hen moet een deel worden opgenomen op de Intensive Care en van hen gaat een aantal dood.  
  3. Als we alle zieken willen helpen, is het aantal IC-bedden de bottleneck. Het waren er 1000, uitbreiding tot 2000 IC-bedden voor corona-patiënten is het maximaal haalbare.
  4. Als we willen voorkomen dat meer dan 2000 patiënten IC-zorg nodig hebben, zullen we het aantal besmettingen moeten intomen.
  5. En daarom moeten we het directe contact tussen mensen voorkomen, door bepaalde activiteiten te verbieden.

Het klinkt erg logisch. Maar de redenering klopt niet en zet ons bovendien klem. Wat vergeten we bijvoorbeeld in de redenering:

  • De doden vormen geen aselectie steekproef uit de bevolking. Het gaat veelal om mensen die al lijden aan andere ziektes en om die reden meestal oud zijn. De gemiddelde leeftijd van de doden ligt boven de 80 jaar. Waar Marli Huijer terecht op wijst: oude mensen moeten ergens aan dood gaan. Meestal vallen ze om door griep, en dit is een vorm van griep. Huijer zegt ook: als ze nu niet dood gaan, zouden ze over een paar maanden aan iets anders dood gaan. Elk jaar krijgen kwetsbare mensen door griep en de bijbehorende longontsteking het laatste zetje. Er is zelfs sprake van een inhaalslag omdat we al twee jaar geen goede griep meer hadden gehad. Terecht zou de regering antwoorden: we weten niet wat er zou zijn gebeurd zonder al die beperkende maatregelen. Omgekeerd kan je de vraag stellen: komt het afvlakken van het dodental in de laatste dagen door de beperkende maatregelen of door het feit dat de kwetsbaarsten onder ons inmiddels dood zijn?
  • Die enorme focus op het aantal IC-bedden doet ons ten eerste vergeten dat de meerderheid van de mensen die op de IC terecht komt, toch dood gaat. Ten tweede vindt er, ook als er voldoende bedden zijn op de IC, selectie bij de poort plaats. Voordat iemand wordt opgenomen op een IC zijn er vele wijze artsen en nog meer wijze familieleden die zich afvragen of het nog verstandig is om oma aan de beademing te leggen. Omdat oma er nooit meer beter van zal worden en omdat oma een goed leven heeft gehad. In dat licht zijn er nu ook al veel te weinig IC-bedden om alle corona-patiënten een stille dood aan een beademingsapparaat te laten sterven. Ik schat dat niet meer dan 500 van de officiële 2400 doden op de IC is gestorven. En dan vergeet ik nog even de 2000 niet-officiële corona-doden, die wel uit de cijfers van het CBS blijken maar niet uit de cijfers van het RIVM.
  • En nog steeds praten politici uren over IC-bedden. Ik vrees dat dat veel met angst te maken heeft. En met de media. Want de kinderen van de eerste oma voor wie echt geen plaats meer was op de IC, zullen uitgebreid hun zegje komen doen in alle media. En dan heeft de politiek het dus gedaan. Want geen politicus durft te zeggen dat ‘mensen toch ergens dood aan moeten gaan’, terwijl dat wel het onderwerp is waar we het tot nog toe over hebben.

Laat ik het samenvatten. De redenering van het kabinet suggereert dat we iedereen van een ongewisse dood kunnen redden als we maar genoeg IC-bedden hebben. Die gedachte is onjuist. Ook met voldoende IC-bedden gaan er veel mensen dood. En misschien nog wel erger: er gaan altijd mensen dood.

De redenering van het kabinet is niet alleen te simpel. Hij zet het politieke debat ook klem. Omdat er in de redenering geen ruimte is voor alle nadelige neveneffecten, lijkt er geen sprake te zijn van een afweging. We weten wel dat de economie enorm lijdt onder de beperkende maatregelen, maar die economie is pas aan bod nadat er genoeg IC-bedden zijn. En daar hebben we Jaap van Dissel voor. Die praat elke week de Kamer bij: halen we het of halen we het niet?  Als we het niet halen moet er nog meer op slot, als we het wel halen moeten we bedenken hoe we intelligent uit het slot komen, op voorwaarde dat ook in het komende jaar er nimmer te weinig IC-bedden zijn.

We hebben behoefte an een ruimer debat. Waarin alle effecten en alle neven-effecten van het beleid wel goed worden afgewogen. Wat zou het goed zijn als de Kamer voortaan ook elke week Pieter Hasekamp van het CPB zou ontvangen om de Kamer bij te praten over de economische gevolgen van de coronacrisis. Weten we al zeker dat deze crisis zwaarder zal zijn dan die van 2008? Hoeveel zzp-ers staan op omvallen, hoeveel bedrijven? Hoeveel winkels gaan definitief dicht? Hoeveel werklozen levert dat de komende jaren op? Wat betekent dat voor de overheidsfinanciën in 2022? En ga zo maar door.

En ik zou elke week Kim Putters van het CPB willen horen. Wat betekent het dichthouden van scholen voor kwetsbare kinderen? Hoeveel wantrouwen sluipt er in een samenleving die elk direct contact moet vermijden. Hoe groot zal de kaalslag in de cultuursector zijn? Hoeveel patiënten die per ongeluk geen corona hebben, worden nu minder goed verzorgd. En hoeveel extra doden levert dat op?

En ik zou elke week Hans Mommaas van het PBL willen horen. Wat betekent onze monomane aandacht voor corona voor de stikstofcrisis die niet uit zichzelf wordt opgelost. Hoe gaat het met het klimaatbeleid en het halen van de doelen van Parijs. En mogen we het Urgenda-arrest straks gewoon even vergeten omdat er zoveel doden in verpleegtehuizen waren te betreuren?

Over al die neven-effecten van het beleid moet de Kamer debatteren. Want er komt een moment dat we die absolute focus op IC-bedden zullen moeten loslaten. Er komt een moment dat we moeten gaan afwegen. Expliciet. Want impliciet wordt die afweging al lang gemaakt, namelijk in het voordeel van de IC-bedden.