Muziek
June 7, 2018

De musicus

De afgelopen twee jaar heb ik gestudeerd aan het Conservatorium van Amsterdam. Wat een bijzondere wereld en wat een bijzondere mensen, die musici. Ik heb mijn hele leven in de wetenschap gezeten en in het openbaar bestuur. Ik heb daar veel gedreven mensen meegemaakt, ook veel creatieve mensen. Maar het lijkt alsof bij musici alles intenser is. Heftiger, emotioneler. Naast musici zijn heel veel andere mensen plotseling heel erg saai. Hoe komt dat? Er zal ongetwijfeld veel over geschreven zijn. Niets daarvan heb ik gelezen. Ik observeer slechts en ik zie dat de echte musici drie eigenschappen hebben en drie kenmerken. Ja, ik blijf wetenschapper. Eerst de eigenschappen.

Musici hebben creatieve talenten die andere mensen ontberen. Ze kunnen andere mensen met hun uitvoeringen in vervoering brengen. Ze roepen bij toehoorders het gevoel op: “dit zou ik nooit kunnen”. Een muurtje metselen kan iedereen leren, een proefschrift schrijven is voor velen met uithoudingsvermogen weggelegd, maar Beethoven als ‘nieuw’ laten klinken, vraagt een enorm talent, dat slechts enkelen is gegeven.

Musici roeren mensen omdat ze hun eigen emoties toevoegen aan de muziek zoals die geschreven staat. Het is meer dan muzikaliteit, het is persoonlijk. Elke grote musicus drukt zijn of haar eigen stempel op de muziek. Natuurlijk, ook wetenschappers zijn heel herkenbaar in hun werk. De ene is meer consciëntieus, de andere verrast vaker. Ook dat zijn persoonlijke verschillen, maar persoonlijke emoties gaan veel dieper. En een musicus moet diep gaan om echt te roeren.

Musici hebben enorme technische gaven. Al die emoties komen pas tot hun recht door een ongelofelijke beheersing van het instrument. En om het eigen instrument werkelijk te beheersen moet er ontzettend veel worden gestudeerd. De verhalen van violisten die tijdens het wachten op luchthavens nog maar een uur toonladders gaan studeren. De verhalen van pianisten die minimaal acht uur per dag studeren. En ze moeten blijven studeren om hun niveau vast te houden.

Die combinatie van creatief talent, emoties en techniek leidt tot een heel herkenbaar gedrag. Ik observeer (weer) drie verschijningsvormen.

Een musicus is op elk moment van de dag musicus. Het kan zijn dat mijn beeld te romantisch is. Ook een musicus eet spruitjes. Maar toch is hij in zijn hoofd altijd bezig met het volgende concert.

Een musicus is gedreven. Een gedrevenheid die misschien wel het beste wordt gesymboliseerd door de hechte band met het instrument. Cellisten sjouwen met hun cello, violisten en fagottisten dragen hun instrument vaak op hun rug met zich mee. Zo ziet gedrevenheid eruit.

Gedrevenheid en emoties dragen ertoe bij dat onderlinge relaties vaak intenser zijn of op zijn minst intenser lijken. Het maakt toch uit of je als wetenschapper met enkele collega’s een artikeltje hebt geschreven of als musicus met enkele collega’s een strijkkwartet van Beethoven in vele sessies hebt doorgrondt.

En dat alles leidt voor mij tot de conclusie dat musici vooral een rijk leven hebben. Of het een gelukkig leven is, is een andere vraag.