Politiek
November 22, 2016

De PvdA moet terug naar de achterban

Wat er in de steden is gebeurd is symptomatisch voor de PvdA. Ideologisch is de partij meegegleden met het denken in termen van globalisering en met het neo-liberale denken van de bovenkant. Het waren ook de mensen met wie de partijleiding zich met meest omringde. Tegelijkertijd verschoof de traditionele achterban naar de conservatieve hoek. Althans naar de hoek die in de neo-liberale tijd als conservatief werd gezien. Bovendien werd een deel van de traditionele achterban chagrijnig, omdat ze steeds maar werden gepasseerd door al diegenen die op de golven van de globalisering hier een plekje zochten dan wel een baan. Daarmee keerden ze zich al snel tegen immigratie en tegen het Europa van de Polen. En dat was tegen het zere been van de spraakmakende gemeente binnen de PvdA. Wij waren voor immigratie, wij waren voor Europa. En wie daar anders over dacht kon beter overstappen naar een andere partij.

Natuurlijk, ik ken het debat in de PvdA. Ik weet dat er steeds weer geprobeerd is om het immigratiestandpunt te ‘verharden’. Ik weet dat Job Cohen de wet door de Kamer heeft gekregen die de instroom van immigranten aanzienlijk indamde. Ik weet dat velen zich hebben verzet tegen de gevolgen van het neo-liberale denken voor de zorg, voor het onderwijs en noem maar op. Ik heb de Joop den Uyl-lezing van Wouter Bos heel goed verstaan, waarin hij terugkwam van een te enthousiast marktdenken. En ik weet dat er ook binnen de PvdA is gediscussieerd over Europa. Maar niet fundamenteel genoeg en de beleidswijzigingen waren dan ook te marginaal. Men bleef uiteindelijk toch geloven dat een voorkeur voor Europa, een voorkeur voor immigratie en een voorkeur voor het neo-liberale denken heel goed aansloot bij het progressieve gedachtengoed. Het was Bram Peper die Wim Kok liet spreken over het afschudden van de ‘ideologische veren’. Ja, in feite is het op dat moment al misgegaan. En zo is de PvdA een partij geworden die het liefst het optimistische levensgevoel van D66 zou willen verspreiden, maar daarvoor intern toch te fundamenteel chagrijnig is om die rol met verve te kunnen spelen.

En zo staat de PvdA op 10-15 zetels in de peilingen. En zo weet de PvdA niet hoe om te gaan met het Oekraïne-referendum. En zo blijft de PvdA nog steeds vol onbegrip over elke stem tegen Europa, elke stem tegen de euro en elke stem tegen de komst van asielzoekers. Het ging ons toch om de internationale solidariteit? Dat Europa weinig met internationale solidariteit te maken heeft, lijkt elke andere partij te begrijpen. Alleen de PvdA gaat de Europese verkiezingen in met de versleten leus ‘sterk en sociaal’, terwijl we allemaal weten dat Europa staat voor een hard neo-liberaal economisch standpunt. Brussel is er niet voor de maatschappelijk zwakkeren.

Maar waarom zou je vasthouden aan je traditionele achterban, als jezelf progressief bent gebleven en de achterban hardhollend conservatief is geworden? Dit is de kernvraag voor de PvdA. En voor de hele progressieve beweging in de Westerse wereld.

Er is niet één antwoord op die vraag. Je ziet het aan Diederik Samsom, die plotseling avances maakt in de richting van GroenLinks. Nu moeten andere partijen wel uitkijken als de PvdA avances maakt. Dat kan er vooral op duiden dat de PvdA in zwaar weer verkeert. Het kan er ook op duiden dat de PvdA weer even snel zal zijn verdwenen als de peilingen beter worden. Quod non. Maar die avances richting GroenLinks zijn in ieder geval geen echte herijking van de positie. Het is de bevestiging van het gevoel dat ‘wij’ goed zitten en onze traditionele achterban verkeerd. GroenLinks is immers de partij van de yuppen, van de succesvollen met het progressieve levensgevoel. [Ik geef toe: dit is een vorm van framing, maar mijn bewering is niet geheel onjuist.]

Waarom zou je vasthouden aan je traditionele achterban, als jezelf progressief bent gebleven en de achterban hardhollend conservatief is geworden? Ik ben lange tijd ook geneigd geweest om het blije progressieve levensgevoel te volgen en die achterban vooral zijn conservatisme te verwijten. Totdat ik ging beseffen dat het ongemak van de traditionele achterban een fundamenteler antwoord behoeft. Want als het hoogste doel van de sociaal-democratie ‘een fatsoenlijk bestaan voor iedereen’ inhoudt, zoals het beginselprogramma het formuleert, waarom zou het fatsoenlijk bestaan van de traditionele achterban ons dan niet ter harte gaan? Hun inkomens blijven achter, en vooral hun vermogens blijven achter, ze zijn onzeker door het verdwijnen van banen, ze voelen zich bedreigd door immigranten, die op zijn minst in hun perceptie hun banen afpakken. Ja, ze discrimineren misschien ook wel, ze zijn misschien wel tegen het homohuwelijk, ze zien in abortus en euthanasie niet grootste verworvenheden van deze progressieve samenleving. Maar hebben ze daarom geen recht op een fatsoenlijk bestaan?

Ik ben socioloog genoeg om niet meteen mee te gaan in verhalen over de boze blanke man. De steun voor Brexit, de steun voor Le Pen, de steun voor Trump, de steun voor Wilders, de steun voor Petry is veel complexer. Maar die steun is er wel. En die steun heeft ongetwijfeld te maken met onzekerheid, met het idee geen grip meer te hebben op de snelle ontwikkelingen om ons heen.

Ja, ik kan begrijpen waarom Europa vele migranten binnenlaat en doorstuurt naar Duitsland en Nederland. Ja, ik kan begrijpen waarom Griekenland veel geld kost aan Europa. Ja, ik kan de gedachte begrijpen dat meer internationale handel uiteindelijk ten goede zal komen aan de welvaart op wereldniveau. Ja, ik weet zelfs dat de internationale handel van de afgelopen decennia de wereld-armoede aanzienlijk heeft teruggedrongen.

Maar ik weet ook dat in Amerika de hele welvaartswinst van de laatste decennia ten goed is gekomen aan de rijken. Ook aan Hilary Clinton, die de verliezers van de globalisering zo pijnlijk en zo onheus als deplorables heeft afgeschilderd. Ik weet ook dat grote groepen in Nederland niet profiteren van de bloeiende kenniseconomie die geen grenzen kent. Ik weet ook dat de florerende steden onbereikbaar zijn geworden voor velen, omdat de prijzen van de huizen te hoog zijn gestegen. Ik weet ook dat de flexibilisering van de arbeidsmarkt ertoe leidt dat de lonen aan de onderkant onderuit zijn gegaan. En ik weet ook dat alle cultuursubsidies, die oh zo belangrijk zijn voor onze nationale identiteit en voor de aantrekkelijkheid van steden, aan hele volksstammen voorbij gaan. Ja, dank u, de Nationale Opera heeft wereldwijd aanzien.

Die achterban is er dus nog wel, alleen hij stemt niet meer op de PvdA. En de PvdA heeft zich jaren te weinig om die achtervan bekommerd. Dat zou snel moeten veranderen.

Maar bekommeren is iets anders dan achter een groep aan lopen. Jacques Monasch zei laatst wijze dingen in een interview met de Volkskrant. Hij bekommerde zich wel om de oude achterban. Maar tegelijkertijd ben ik bang dat hij als volbloed politicus die herwonnen achterban te veel naar de mond wil praten. Dat hij tegen Europa is, omdat de achterban tegen Europa is. Dat hij voor beperking van de immigratie is, omdat de achterban tegen immigratie is. En dat hij tegen vrijhandelsakkoorden is, omdat de achterban bang is voor het buitenland.

Dat kan natuurlijk niet de bedoeling zijn. Het gaat niet aan dat de PvdA de achterban naar de mond praat, de PvdA moet zelfstandig oordelen voor welke achterban ze op wil komen. Ik hou van progressieve politiek, ik haat populisme. Doel moet zijn: een fatsoenlijk bestaan voor iedereen. Dat betekent ook een veilig bestaan, en een zeker bestaan, dat betekent mogelijkheden om je zelf te ontplooien, dat betekent gelijkheid van kansen en geen grote ongelijkheden en het betekent menselijke maat. Voor iedereen in deze samelveing. Laten we die uitgangspunten nu eens opnieuw vertalen naar deze tijd.