Muziek
October 19, 2013

Fagot solo

In sommige amateur-orkesten wordt het programma netjes over de twee fagotten verdeeld. Voor de pauze speelt Pietje 1 en na de pauze Jantje. Ik verbaas me daar altijd over. Repetities zijn toch ook bedoeld om af te stemmen, zou je zeggen. Als eerste fagot stem je af op de andere eerste blazers en als tweede op je eerste. Dat is toch een kwestie van trainen? Bovendien is bij het afstemmen de klank van de blazersgroep als geheel van belang. Of luistert dat afstemmen bij dat soort orkesten minder nauw?

Het kan zijn dat ik deze argumenten allemaal heb bedacht om de werkelijke reden te verhullen: ik speel graag eerste fagot. Ik hou van het vibrato op de hoge Fis, ik hou van het samenspel met de andere eerste blazers en heb niet het goede karakter om een terts-je of een kwint-je onder de eerste te leggen. En ik ben dol op een solo. Tsjaikovski! Shostakovich! Stravinsky! Dvorak! Mahler (eerste symfonie)! Beethoven (vioolconcert!). Mozart (pianoconcerten). En niet te vergeten: hoe heerlijk is het niet om al die prachtige aria’s van Bach in je eentje te spelen.

Als ik al die mooie soli voor de geest haal, overvalt me overigens niet alleen een gevoel van vreugde. Vaak wordt de vreugde meteen aangevuld met angst, en angst soms met woede. Woede over een mislukte solo. Het moet al 15 jaar geleden zijn, maar ik kan me het moment nog herinneren als gisteren. We speelden met Bellitoni Shostakovich 8, onder leiding van Alexandru Lascai. Die prachtige fagotsolo met die twee hoge d’s. Om goed voorbereid te zijn was ik nog een keer langsgegaan bij Ronald Karten, de voortreffelijke leraar, die eigenlijk toen al niet meer was. Ik speelde de solo voor en Ronald gaf een helder commentaar: in dat hoge tempo is de solo veel te riskant. Zeg dat tegen je dirigent. Ik wist dat Lascai ooit met Ronald had samengespeeld en hoopte dat de mening van Ronald hem zou overtuigen. Helaas, ik sprak tegen dovemansoren. Volgens Lascai speelden we eigenlijk nog te langzaam! Op de repetities ging het voorlopig goed. Maar op het eerste concert in de Geertekerk in Utrecht gebeurde precies wat Ronald voorspelde: ik had te weinig tijd om de hoge d’s voor te bereiden, met twee ‘krakken’ in plaats van twee glanzende d’s als resultaat. De avond was verpest. In mijn herinnering sprak ik 12 uur geen woord. Gelukkig had ik nog twee herkansingen. In beide gevallen kwamen de d’s eruit, maar glanzen deden ze niet meer.

Hoe anders was het een paar jaar ervoor gegaan. Toen stond Shostakowitch 9 op de lessenaar bij Bellitoni. Met dat prachtige vierde deel, waarin de fagot hartverscheurend mag klinken. Ik had een half jaar elke dag gestudeerd. Ja, dat was me nog niet eerder overkomen. En elke dag had ik vele malen die solo geblazen. Hoe spannend was de eerste repetitie. Het orkest dat de muziek nog amper kent en verbaasd omkijkt als de fagot – na de inleidende trombones – alle ruimte krijgt om zijn eigen verhaal te vertellen, nog eenmaal onderbroken door het koper. Glanzende hoge noten; in het tweede deel van de solo dalen we langzaam af totdat de strijkers zich bij de fagot voegen en we zonder overgang het vijfde deel betreden. Nog even snorren en dan is het voorbij.

We speelden de Negende in Amsterdam en Den Haag. En het ging twee keer goed. Heftig, dat wel. Ik hield mijn emoties nauwelijks in bedwang. En in beide gevallen liet Lascai me geheel vrij in het tempo…. En had ik niet alleen tijd voor mijn eigen interpretatie, maar ook om die hoge ‘des’ goed voor te bereiden.

Natuurlijk is het flauw om mijn mislukking in Shostakowitch 8 geheel in de schoenen van een voortreffelijke dirigent te schuiven. Oké, Lascai was de ene keer veel bereidwilliger om zijn tempo aan mijn moeilijke noten aan te passen dan de andere. Maar als ik eerlijk ben had ik me op die Negende ook veel beter voorbereid dan op die Achtste. En als je je niet goed voorbereidt kan de liefde voor een solo gemakkelijk omslaan in haat. De eerste keer gaat het op een orkestrepetitie bij toeval mis. Nog niets aan de hand. Volgende keer beter, denk je. Maar als het dan nog een keer misgaat, slaat de stress snel toe. En als een solo met stress wordt omgeven, ga je hem haten en als je hem haat vlieg je eruit…

Ja, wat is het toch heerlijk om eerste fagot te zijn.