Politiek
January 25, 2022

Groningen en de bevingen: hoe kennis beleid nauwelijks beter maakt

Volgende week donderdag, 27 januari 2022, verschijnt ons boek over de bevingen in Groningen. Ons = Mariëlle Gebben en Wim Derksen. Het boek wordt tijdens een webinar van het Kennisplatform Leefbaar Groningen (onderdeel van de RUG) gepresenteerd. Om 11:00 kan iedereen inloggen: https://www.kennisplatformleefbaar.nl/webinar-groningen-en-de-bevingen. Vanaf dat moment is het boek te koop en te downloaden. Hieronder alvast het ‘verhaal’ van het boek.

“Dit boek is geleidelijk ontstaan. In 2017 startten we met het organiseren van open dialogen in Groningen over de aardbevingen en over het beleid van de overheid. Primair ging het om de kennis die ter onderbouwing van het beleid werd gebruikt. Soms ging het over de modellen waarmee de aardbevingen worden voorspeld, soms over het onderzoek naar de waardedaling van woningen, soms over het onderzoek naar de achterblijvende economische ontwikkeling van Groningen. Deugde dat onderzoek, deugden die modellen? En wat deed de overheid ermee?

Na vier jaar brachten we alles samen. Er kwam lijn in al onze ervaringen met kennis in Groningen. En we konden voorzichtige conclusies vergelijken met de rol van kennis bij andere grote maatschappelijke vraagstukken: Schiphol, waterveiligheid en zelfs COVID-19, dat ons de laatste jaren zo lang van de straat hield. En toen begonnen ons vier dingen op te vallen.

De eerste observatie: de overheid wordt vaak overstelpt met kennis. Er zijn heel veel onderzoeksinstituten, er zijn heel veel wetenschappers die heel veel onderzoek doen. Zelfs bij het nieuwe verschijnsel van COVID-19 was in een mum van tijd veel onderzoek voorhanden. En de overheid moet in al die kennis een weg zien te vinden voordat beslissingen worden genomen.

De tweede observatie: de overheid maakt vaak een scherpe keuze uit al die kennis. Maar die keuze is geen expliciete keuze, de keuze komt voort uit de (bijna) onbewuste definitie van het probleem. In Groningen ging het niet om burgers maar om gaswinning. Modellen werden ontwikkeld om de veiligheid van burgers te ‘bewijzen’. Als de veiligheid was geborgd, kon de gasproductie doorgaan. Zo hadden beleidsmakers vooral interesse in (berekende) veiligheid en niet in de wanhoop van de bewoners. COVID-19 werd van meet af primair gedefinieerd als een virologische en niet als maatschappelijk probleem. Daarom baseerde de overheid zich vooral op kennis over het virus en nauwelijks op kennis over de maatschappelijke effecten van de lockdowns.

De derde observatie: de overheid verschuilt zich liever achter wetenschappers dan zelf duidelijke politieke keuzes te maken. Het is nu eenmaal vaak aantrekkelijker om te doen alsof bepaalde besluiten onontkoombaar te zijn, dan het politieke en maatschappelijke debat over die besluiten aan te gaan. Het geval wil wel dat onderzoek op zich nooit zegt wat je moet doen. Onderzoek toont hoogstens aan hoe de situatie ‘is’ en niet hoe de situatie ‘hoort’ te zijn. Bovendien volgen politici met name die wetenschappers die passen binnen de (onbewust gemaakte) definitie van het probleem. En daarmee wordt het verschuilen achter wetenschappers toch weer een duidelijke politieke keuze.

De vierde observatie: het belang van kennis lijkt nogal eens te worden overschat, als we de kwaliteit van al die kennis tegen het licht houden. Vooral de modellen, waarop de overheid haar beleid bij voorkeur lijkt te baseren, kampen met te veel onzekerheden en daarmee met te veel aannames die nauwelijks zijn gefundeerd. Eigenlijk weten we niet zoveel. De aardbevingen in Groningen laten zich heel moeilijk voorspellen, omdat we nauwelijks weten wat er in de Groningse ondergrond gebeurt. De overstromingen in Limburg komen tamelijk onverwachts omdat de modellen van Rijkswaterstaat uitgaan van smeltwater uit de Alpen en stormen op de Noordzee. Heftige regens die door de klimaatverandering veel vaker voorkomen, zitten nog niet in de modellen. En het reproductiegetal van volgende week laat zich moeilijk voorspellen omdat we maar beperkt weten hoe burgers op de coronamaatregelen van de overheid reageren. En als de wetenschap nauwelijks kan voorspellen hoe mensen zich zullen gedragen naar aanleiding van nieuwe maatregelen van de overheid, heeft de overheid een groot probleem.

Deze observaties hebben onszelf ook verrast. Vaak lijkt wetenschap zo betrouwbaar en politiek zo’n rommeltje. Niet zelden hoor je dan ook de klacht dat de overheid te weinig weet en zich te weinig op kennis baseert. Misschien baseert de overheid zich wel te veel op kennis omdat ze te weinig kennis heeft.”