Politiek
April 18, 2014

Hoe D66 en populisten de steden van de PvdA overnamen

De raadsverkiezingen liggen achter ons, de collegevorming nadert zijn einde en de voortekenen zijn duidelijk: D66 gaat de dominante positie van de PvdA in verschillende steden overnemen. Dominant was de partij al in Utrecht en Nijmegen. Nu ook in Amsterdam, Den Haag, Groningen etc. Is dit een tijdelijk fenomeen of is er meer aan de hand?

Het valt me op dat deze vraag in de media nog nauwelijks aan bod is gekomen. Als het om een tijdelijk, bijna toevallig fenomeen gaat, is dat logisch. Dat geldt niet als er sprake zou zijn van een structurele verandering van het politieke landschap in de grote steden. Er zijn twee argumenten die pleiten voor een tijdelijke afwijking van het traditionele beeld. Ten eerste heeft de PvdA in het hele land, ook in de kleinere gemeenten ongeveer eenderde van zijn zeteltal verloren. Dat duidt op een landelijke trend en dat duidt er weer op dat we de oorzaken op landelijk niveau moeten zoeken. De kiezer staat nog niet te stralen bij het kabinet Rutte-Asscher en de glans is van Diederik Samsom af. Zou allebei heel goed kunnen. Ten tweede is D66 al jaren een vluchtige partij die soms prachtige scores maakt en nog geen tien jaar later weer de opheffing nabij is. Pechtold is een uitstekende leider en een natuurlijke opvolger dient zich niet aan. Ook dat relativeert de winst van D66.

Maar je zou evengoed een andere redenering kunnen volgen. Het is bekend dat de steden steeds meer de brandhaard van de economie zijn. Dat de hogere inkomens en met name de hoger-opgeleiden steeds meer in de steden blijven hangen, na de afronding van hun studie. We weten dat bedrijven op die hoger-opgeleiden afkomen (in plaats van dat hoger-opgeleiden verhuizen naar een bedrijf). We weten dat de kansarmen naar de randen van de steden worden verdreven, niet zelden over de gemeentegrens heen. Vanouds moet de PvdA het hebben van de beneden-modale kiezer en van een intellectuele elite. Die eerste achterban verdwijnt uit de steden, vertoont een lage opkomst en keert zich voor een deel af van de PvdA. Sommigen kiezen voor de SP, en migranten kiezen minder automatisch voor de PvdA (hetgeen ook geheel logisch is). D66 daarentegen vaart wel bij bevolkingsgroepen die luisteren naar innovatie en onderwijs: de nieuwe stedelingen.

Het is bekend dat de 'triomf van de stad' ook een schaduwzijde heeft. Niet alle steden zijn de winnaars. Rotterdam is niet in handen van D66 maar van Leefbaar gevallen. Rotterdam is nu juist ook een stad waaraan de 'triomf' voorbij lijkt te gaan. Zoals dat ook geldt voor sommige groeikernen, als Spijkenisse, Almere, maar ook Zoetermeer. En voor  meer perifere steden als Enschede,  Emmen, enzovoorts. In dat soort steden nemen de populistische en de  lokale partijen het van de PvdA over te.  En zo laat de uitslag in Den Haag zich zo goed vertalen. Den Haag is enerzijds een triomferende stad, met dat sterke merk 'internationale stad en vrede en recht'. Het is ook de kant van het 'zand'. Het 'veen' in Den Haag laat de schaduwzijde van de 'triomf van de stad' zien: de verliezers van de globalisering, de lager-opgeleiden. Hoe opvallend dat de verkiezingen in Den Haag een tweestrijd waren tussen D66 en PVV, die op het laatste moment door D66 werd gewonnen.

Natuurlijk, de PvdA kan de nieuwe hoogopgeleide stedeling én de teleurgestelde kansarme weer terugwinnen bij een volgende verkiezing. Maar de gemeenteraadsverkiezingen van 2014 kunnen ook een voorbode zijn geweest van een nieuwe politieke verdeling van de steden.