Politiek
August 26, 2019

Joop den Uyl: toch vooral een groot politicus #PvdA

Tien jaar geleden verscheen de biografie van Joop den Uyl van Anet Bleich. Ik verslond de biografie en was teleurgesteld. Niet in het boek, maar in Den Uyl. Joop den Uyl was altijd een voorbeeld voor me geweest. Een gedreven visionair, de aanvoerder van een dominante PvdA. De aanvoerder van dat befaamde kabinet en de aanvoerder van mijn partij. Ik wist dat het niet in alle opzichten een aangenaam mens was, zeg maar: een hork. Ik wist dat het een drammer was, niet in staat tot onderhandelen, omdat een goede onderhandelaar ook iets overlaat voor zijn tegenstander. Maar het was vooral iets anders wat me enorm ging tegenstaan: dat gekwelde Messiasgedrag van die gereformeerde Den Uyl. Dat gevoel uit te stralen dat de toekomst van de hele wereld van jou afhankelijk is. Ik begreep plotseling beter waarom zoveel mensen een hekel hadden aan Joop den Uyl. Eigenlijk had ik het helemaal met hem gehad, nadat ik de biografie van Anet Bleich had gelezen.

Hoe anders heb ik de recente biografie van Dik Verkuil over Joop den Uyl ervaren. Plotseling zag ik de grootheid van Den Uyl weer, plotseling begreep ik weer waarom zijn dood mij in 1987 zo ontroerde. Plotseling vroeg ik me af waarom ik Joop den Uyl al lange tijd niet meer als groot politicus zag. En die omslag in denken is eigenlijk heel opvallend omdat Verkuil, naar eigen zeggen, veel kritischer over Den Uyl schrijft dan Anet Bleich. Dat blijkt al uit de inleiding, waar Verkuil hilarisch beschrijft welke biografen voor hem op Den Uyl zijn afgeknapt. Biografen die Den Uyl nog persoonlijk hebben meegemaakt. Die hem thuis gingen interviewen, maar als antwoord op alle vragen slechts een lang monoloog kregen (en geen thee).

In ieder geval heeft Verkuil een heel afgewogen biografie geschreven. Zeer compleet, zonder overcompleet te zijn. Met grote betrokkenheid bij het onderwerp van zijn biografie, maar tegelijkertijd met grote distantie in zijn oordeel. Treffend hoe Verkuil elk hoofdstuk afsluit met een nuchtere analyse van het gedrag van zijn hoofdpersoon. Van heldenverering is zeker geen sprake.

Welk beeld van Joop den Uyl doemt voor mij op het uit deze nieuwe biografie?

Het was een visionair. Het was een man die heel lang en heel diep heeft nagedacht over de sociaal-democratie. Wiens visie ons fundamenteel nog steeds veel heeft te zeggen. Natuurlijk, hij leefde in een andere tijd, bovendien was hij een moralist. Maar in de essentie ging het hem om vrijheid en om zelf-ontplooiing. En de fundamentele taak van de overheid om aan een zo groot mogelijke vrijheid van haar burgers bij te dragen. Dat hij daarbij zelf wilde invullen wat goed voor burgers was (geen auto’s, geen overbodige luxe, wel cultuur etc.) zij hem vergeven. En kunnen we ook vergeten als we in de huidige tijd nog eens goed zouden overdenken hoe een sociaal-democratisch gestuurde overheid zou kunnen bijdragen aan de vrijheid van haar burgers.

Het was geen wetenschapper. Joop den Uyl heeft ergens nog een eredoctoraat gekregen van de Universiteit van Amsterdam. Dat is hem gegund, maar was eigenlijk onterecht. Niet elk groot denker is een wetenschapper. Een wetenschapper twijfelt en gebruikt argumenten om dichterbij de waarheid te komen. Joop den Uyl was zeer belezen en gebruikte alle wetenschappelijke argumenten slechts om zijn politieke visie te ondersteunen.

Het was een verbinder. Ik herinner me die verkiezingsbijeenkomsten na de val van dat dramatische kabinet Van Agt-Den Uyl, waar honderden op afkwamen om hem te horen spreken. Het was een geweldige redenaar, en dat was hij juist omdat hij verschillende bevolkingsgroepen wist aan te spreken. Ik weet het: in 1977 rekende 40% van het electoraat zich nog tot de arbeidersklasse en tweederde van hen stemde op de PvdA. Maar Joop den Uyl was wel in staat om die arbeidersklasse met de hoogopgeleide elite te verbinden. Later spraken we over de spagaat en tegenwoordig is de arbeidersklasse verdwenen en de hoogopgeleide elite vooral naar andere partijen overgestapt.

Het was een drammer. Het moet verschrikkelijk zijn geweest om minister te zijn geweest in zijn kabinet (laat staan minister in het mislukte kabinet Van Agt-Den Uyl). Er was nooit ruimte voor een ander standpunt, er was eigenlijk nooit ruimte voor een compromis. Natuurlijk, hij wist heel goed wanneer bepaalde standpunten politiek niet meer houdbaar waren. Maar als hij in een gesprek iets weggaf, wist je dat morgenochtend het terug-onderhandelen zou beginnen. Toch is hem wel verweten dat hij zijn tweede kabinet in 1977 niet met het machtswoord door die verschrikkelijk Partijraad wist te loodsen. Gek genoeg treft dat verwijt altijd Joop den Uyl, terwijl het echte verwijt natuurlijk Piet Reckman treft en niet te vergeten mensen als Ed van Thijn en Hans Kombrink met hun blinde meerderheidsdenken.

Het was een tragische held. Hij beleefde zijn hoogtepunt in 1973 met de komst van zijn kabinet. Dat kabinet heeft veel gedaan voor de onderkant van de samenleving. Maar de lat werd veel te hoog gelegd en daardoor kon het slechts op een mislukking uitdraaien. De formatie van 1977 is door links verprutst. Het eerste kabinet-Van Agt kon zijn tijd volmaken door een zichzelf overschattende oppositie. Het tweede kabinet Van Agt werd door vice-premier Den Uyl een volslagen mislukking. Maar we vergeten te gemakkelijk dat tijdens Lubbers-I de PvdA onder Den Uyl in de peilingen lange tijd op 55 tot 60 zetels stond. En te gemakkelijk wordt Den Uyl verweten dat hij te laat plaats maakte voor een opvolger, waarbij we even gemakkelijk vergeten dat lange tijd niemand aan het niveau van Den Uyl kon tippen.

Het was een groot politicus. En, het was, denk ik, geen aardige man. Maar waarom zou een groot politicus aardig moeten zijn.