Politiek
December 24, 2020

Memoires van een insider #CDA @PGKroeger

Nieuwspoort in boekvorm, daaraan doet het nieuwe boek van PG Kroeger mij het meeste denken. Eerder beschreef Kroeger in De rogge staat er dun bij de ontwikkeling van het CDA in de jaren 80 en 90. In zijn nieuwste boek, Tand des tijds, beschrijft hij het vervolg. De jaren van Enneus Heerma, de onverwachte doorbraak van Jan Peter Balkenende, die acht jaar minister-president van dit land blijft, de strapatsen van Maxime Verhagen, Henk Bleker en Piet Hein Donner met de PPV en de rustige, maar ook lichtelijk mislukte jaren van Sybrand Buma.

En waarom moet ik aan Nieuwspoort denken als ik dit boek lees? Kroeger noemt zichzelf een historicus. Maar dit is niet het boek van een historicus, die van enige afstand de ontwikkeling van een politieke partij beschrijft. Dit is een boek vol met niet na te trekken roddels. Dit is een boek waarin de hoofdpersonen worden opgehemeld of worden neergehaald afhankelijk van de voor- en afkeuren van de auteur. Dit is een boek dat bol staat van citaten, maar het is in de helft van de gevallen geheel onduidelijk van wie die citaten zijn. En waarom alleen deze personen worden geciteerd en waarom anderen nooit aan het woord komen. Al lezende ga je je steeds meer afvragen wie die Kroeger eigenlijk is en welke rol de man zelf binnen het CDA heeft gespeeld. Soms licht hij een tipje van de sluier op. Zo meldt hij terloops dat de secretaris van de commissie Frissen die de grote nederlaag van Balkenende in 2010 moest analyseren ook toevallig ‘schrijver dezes’ is. Overigens nadat hij net had gememoreerd dat de secretaris een uitstekende analyse van de verkiezingsnederlaag had gepresenteerd. “Het presidium uitte bewondering voor de scherp doorgerekende en onderbouwde tekst.” Inderdaad, Kroeger kan voor zichzelf wel sympathie opbrengen. In ieder geval: dit is geen boek over het CDA, dit zijn de memoires van PG Kroeger. Alleen weet bijna niemand wie dat is.

En daarom moet ik zo aan Nieuwspoort denken. Ook daar wordt het politieke bedrijf met roddels aan elkaar geplakt. Worden waarheden en onwaarheden met evenveel aplomb te berde gebracht. En worden hoofdpersonen op handen gedragen of, vooral, onder veel hoongelach bespot. Allemaal gesprekken die de krant nooit halen, maar de inhoud van de krant wel kleuren. Dit boek is geen historische analyse, dit boek is Nieuwspoort ten voeten uit. En Kroeger zet het allemaal wel op papier.

Hij is onmiskenbaar negatief over mensen als Wouter Bos (“vertrouwt werkelijk niemand”), Gerrit Zalm (blaast drie kabinetten Balkenende op), Piet Hein Donner (“doctrinair”), Marnix van Rij (begrijpt niets van politiek), Mona Keijzer (“de kibbeling-koningin uit Volendam”), Pieter Heerma (die in het hele boek het predicaat “de ex-voorlichter” meekrijgt) en Sybrand Buma (zonder inhoud) om maar een aantal onvergelijkbare grootheden te noemen. Ik kan niet ontkennen dat die kenschetsen en al die verhalen soms heel smakelijk en vermakelijk zijn. En ook informatief als je ervan uit mag gaan dat de mening van Kroeger soms wel door de hele CDA-top zal zijn gedeeld. Bijvoorbeeld wanneer hij schrijft over de paranoia en de ijdelheid van Wouter Bos. Bos schreef  “geschiedenis in de annalen der broze ijdelheid” met zijn Wouter Tapes. Toch mag ik aannemen dat Jan Peter Balkenende positiever oordeelde over de man die hem in al die kabinetten begeleidde: Piet Hein Donner. Donner is voor Kroeger bovenal een ouderwetse man die niets begrijpt van het populisme. Hij laat Wim van der Camp met graagte zeggen dat die Donner nog in 1938 leeft, “nee in 1936”.

Camiel Eurlings, Pieter Omtzigt, Wopke Hoekstra en natuurlijk Jan Peter Balkenende kunnen echter onverminderd op de sympathie van Kroeger rekenen. Vooral Eurlings wordt de hemel ingeschreven, waarna het moeilijk te begrijpen is dat we na 2010 niets meer van de man hebben gehoord. Maxime Verhagen hangt er een beetje tussenin, vooral omdat hij met dat kabinet met de PVV een grote blunder maakte. Toch heeft Kroeger uren en uren met Verhagen  voor dit boek gesproken, want hij wordt eindeloos vaak geciteerd.

En dan komt er weer zo’n Nieuwspoort-moment. In mijn herinnering had Camiel Eurlings op dat befaamde congres in Arnhem, waar het CDA over toetreding tot dat kabinet met de PVV moest stemmen, hartstochtelijk gepleit voor toetreding. Met die legendarische en emotionele uitspraak dat “Maxime onze idealen nooit, nooit zal verloochenen”. Maar Kroeger interpreteert die uitspraak heel anders. Volgens hem was het een oproep om vast te houden aan de idealen van het CDA en om die reden een kabinet met de PVV af te wijzen. Maar waarom stelde Verhagen op dat congres dan voor om met de PVV te gaan regeren (hartstochtelijk ondersteund door diezelfde Piet Hein Donner)? Ja, dat is echt Nieuwspoort: soms denk je dat je het begrijpt, maar dan valt de casus nog een keer om te draaien. Daarbij zij gezegd dat de politiek vaak veel platter is dan al die al die strategieën vaak suggereren.

De Memoires van PG Kroeger zijn ook om andere reden geen zorgvuldig en historisch handwerk.  Vaak moet je wel bijna insider zijn geweest om het verhaal te kunnen volgen, hoe boeiend het boek ook is geschreven. Bovendien staan er te veel storende fouten in het boek, fouten die een goede historicus niet zou maken. Om enkele voorbeelden te noemen: het initiatief voor het Lenteakkoord is door Pechtold genomen en het is dan ook onjuist om dit akkoord als het grote succes van Rutte en De Jager te beschrijven. Het Kunduz-akkoord over Afghanistan was geen onderdeel van het Lenteakkoord, maar was al gesloten toen het kabinet Rutte I nog moest gevallen. Ivo Opstelten was in 2010 geen burgemeester van Rotterdam meer, maar voorzitter van de VVD. Leeuwarden kende niet al eeuwen een hele dynastie van Buma’s in het stadhuis. Wel waren veel voorvaderen van Buma burgemeester in Friesland.

Maar mijn belangrijkste bezwaar is een ander: het boek zit zo dicht op de feiten en vooral op de feitjes dat de grote lijnen onzichtbaar worden. En juist daarom trekt Kroeger de conclusie dat het in het CDA altijd anders gaat dan je zou verwachten. Maar van dichtbij ziet heel veel er als toeval uit. Maar het is toch geen toeval dat het CDA sinds Lubbers meer dan 40 zetels in de Kamer is verloren? Het is toch geen toeval dat grote leiders hun opvolging slordig regelen (Lubbers-Brinkman en Balkenende-Eurlings). Het is toch geen toeval dat Balkenende met zijn steun in de suburbs veel beter scoorde dan Buma die vooral aandacht had voor krimpgebieden waar steeds minder mensen wonen? En zou het toeval zijn dat Lubbers en Balkenende allebei hun Waterloo vonden na een kabinet met de PvdA?