Politiek
June 17, 2019

Mensen in nood zijn welkom, de anderen als ze nodig zijn

Ik worstel. Ik worstel met de winst van de sociaal-democraten in Denemarken. Ik worstel met de IND. Ik worstel met een vastlopende rechtsstaat. Ik worstel wellicht met een bias.

De Deense sociaal-democraten wonnen de verkiezingen en de Deens PVV verloor de helft van zijn stemmental. De oorzaak was simpel: de sociaal-democraten kozen abrupt voor een heel ander migratiebeleid. Zeg maar: een heel hard migratiebeleid. De oude kiezers keerden abrupt terug op het oude nest. Die winst van de sociaal-democraten is op zich geen reden om het migratiebeleid aan te scherpen. Die winst zet wel aan tot nadenken. Blijkbaar waren oude kiezers nogal fors in de steek gelaten. De vraag is: hadden ze gelijk?

De IND is niet in staat om criminele asielzoekers het land uit te zetten. Een combinatie van een grote organisatie en een soft beleid. Mensen die in hun eigen land moeten vrezen voor hun leven, moeten gastvrij worden ontvangen. Maar waarom mogen we van gasten niet vragen dat ze zich netjes gedragen. Persoonlijk heb ik geen enkele moeite om tegen mijn eigen gasten vriendelijk te verzoeken om morgen na het ontbijt te vertrekken, als ze te veel hebben gedronken. Waarom zouden we criminele gasten dan niet direct weg sturen?

De rechtsstaat beschermt de Nederlandse burger tegen de Nederlandse staat. Iedereen is gelijk voor de wet en de overheid mag alleen optreden binnen de grenzen van de wet. En ook dan nog hebben burgers veel rechten om zich tegen overheidshandelen te verweren. Maar moet al die rechtsbescherming ook gelden voor mensen die vriendelijk vragen om binnen te mogen komen? Ze zijn immers nog geen lid van de gemeenschap. Snelheid lijkt me daar te prefereren boven bovenmatige rechtsbescherming. Er is wel een belangrijke voorwaarde: allen die het Nederlandschap hebben verworven, zijn gelijk voor de wet.  

Ik heb een bias, die loopt van de Tweede Wereldoorlog tot het multiculturele drama van Paul Scheffer. Die bias behelst dat ik discrimineer als ik iemand van een andere kleur of cultuur de toegang tot dit land zou willen ontzeggen. Die bias fluistert me in dat asielzoekers nauwelijks crimineler zijn dan autochtone leeftijdgenoten. Die bias maakt me vooral bang om onderscheid te maken tussen insiders en outsiders. Intussen blijven criminele asielzoekers gewoon crimineel. Bovendien weet ik maar al te goed dat mijn afkeer om anderen toegang tot dit land te ontzeggen, goed gedijt in wijken waarin migranten nu juist niet wonen en onder mensen die zich geen zorgen hoeven te maken over hun baan. Dat ligt nogal anders voor mensen die een reële angst hebben dat hun portieken en hun banen wel door migranten worden overgenomen. En die hun verzorgingsstaat zien afkalven, omdat asielzoekers een bovenmatig beroep doen op de uitkeringen. Ja, wat is het eenvoudig om gastvrij te zijn, als je van de gast nooit last hebt.

Dat is mijn worsteling. Ik heb steeds meer behoefte om mijn redenering van voren af aan opnieuw op te bouwen. Geen analyse. Geen beschouwing met cijfers en getallen. Geen bestuurskunde, geen sociologie. En al helemaal geen politieke filosofie. Geen verhaal over wat zou kunnen en wat zou moeten. Maar gewoon een grondhouding. Hoe sta ik tegenover de komst van asielzoekers, hoe sta ik tegenover de komst van arbeidsmigranten? Ja, ik merk dat ik vooral dat onderscheid wil maken: tussen mensen die in levensnood verkeren en mensen die om andere redenen naar Nederland willen migreren.

Voor mensen in levensnood (oorlog, geweld) moet altijd plaats zijn. Dat is een kwestie van barmhartigheid. Maar waarom zouden we accepteren dat asielzoekers ook na vele jaren nog niet zijn geïntegreerd? Dat hun werkloosheid na 20 jaar nog vele malen hoger ligt dan bij de autochtone bevolking. Gastvrijheid genieten verplicht om snel op eigen benen te gaan staan. Dat Deense idee van een verplichte kinderopvang, met als oogmerk de taal snel te leren, is zo gek nog niet. Gastvrijheid genieten verplicht ook om niet langdurig gebruik te maken uitkeringen. Hoe fnuikend is ook de hoogte van onze uitkeringen, onvergelijkbaar met de ondersteuning in het land van herkomst? Er is geen enkele reden om asielzoekers te bevoordelen boven mensen die (al) in Nederland wonen.

Laten we ook eens helder zijn over de rechten van mensen die asiel vragen. Wat is erop tegen als zij minder rechten hebben dan mensen die het Nederlanderschap al eerder (bij geboorte of bij naturalisatie) hebben verworven? Er is geen legitieme reden voor tijdrekkende rechtsbescherming. Die asielprocedure hoeft in een rechtsstaat, waarin de rechtsbescherming alleen een recht is van de leden, niet langer te duren dan een half jaar. Asielzoekers wier leven niet wordt bedreigd of criminele asielzoekers worden teruggestuurd. En waarom krijgen statushouders geen proeftijd van, zeg, vijf jaar? Wie zich in deze periode misdraagt, wordt alsnog uitgezet. Ook wie geen enkele poging doet om een bestaan op te bouwen in het nieuwe land, verliest zijn recht op verblijf. Tegenover gastvrijheid mag men toch wel hoffelijkheid verwachten?

Dus ook als er sprake is van levensbedreigende situaties, worden er strenge eisen aan een definitief verblijf gesteld. Omdat ik niet wil dat insiders zich ontheemd gaan voelen. Outsiders moeten (als ze elders hun leven niet veilig zijn) insiders kunnen worden, zonder dat insiders op hun beurt het gevoel krijgen outsiders te zijn.

En wat moet het antwoord zijn op de komst van al die anderen die hier alleen komen om een nieuwe toekomst op te bouwen? Laat voorop staan dat hun wens volstrekt legitiem is. Hier zijn de kansen op economische voorspoed ongetwijfeld groter dan in veel andere landen. Uit solidaire overwegingen en vanuit de gedachte dat andere culturen een verrijking zijn voor ons land, is vaak aan die legitieme wensen van outsiders toegegeven. Ook economisch zijn er veel voordelen aan arbeidsmigranten verbonden. Veel sectoren kunnen momenteel al niet meer zonder arbeidsmigranten. Maar ook: hoe meer arbeidsmigranten, hoe meer verdringing op de arbeidsmarkt dreigt. En hoe minder kansen voor mensen die hier al een bestaan hebben opgebouwd. Die hier geboren en getogen zijn. Ik merk dat ik mijn woorden zorgvuldig zoek, dat ik tastend tot een redenering kom. De kern van de vraag is: heeft de insider meer rechten dan de outsider? En het antwoord op die vraag werd in het publieke debat vaak door insiders gegeven die van outsiders geen last hadden. Laten we daarentegen redeneren vanuit de positie van de insiders wier belangen wel door de komst van arbeidsmigranten worden geschaad.

Mogen wij onze welvaart onthouden aan hen die veel minder welvarend zijn? We leven in een verzorgingsstaat waar het recht van eigendom wettelijk is verankerd. We doen elke nacht ons wc-raam dicht om het stelen van onze eigendommen te voorkomen. En waarom zou het dan niet legitiem zijn om onze welvaart als ons eigendom te beschouwen? En om anderen daarvan uit te sluiten? Op zijn minst gedeeltelijk? Natuurlijk ben ik graag solidair. Maar het wordt wat magertjes als mijn solidariteit juist ten koste gaat van mensen die in onze samenleving al weinig kansen hebben.

Het toelaten van arbeidsmigranten moeten we dus koppelen aan de kansen van de insiders. Als hun kansen niet worden geschaad, is en ruimte voor outsiders. Arbeidsmigranten laten we toe voorzover ze nodig zijn.

Ja, wellicht is dit standpunt niet erg verrassend. Maar het heeft mij toch vele jaren gekost, voordat ik hier uitkwam.