Politiek
December 28, 2022

Op zoek naar een architectuur van geborgenheid #deArchitectNL

Het architectuurplatform De Architect besteedt regelmatig aandacht aan particuliere woningen. Onlangs publiceerde de site de ‘Top 5 van meest bekeken woningen’. Hoofdredacteur Merel Pit gaf een heldere motivatie. Volgens haar zijn woningen (en vooral de eigen woningen van architecten) laboratoria voor innovaties. Terwijl veel architectuurplatforms een heel ander standpunt huldigen: ‘Particuliere woningen publiceer je niet als serieus architectuurplatform. Dat is te arbitrair, te particulier, te oppervlakkig’ (in de woorden van Pit).

Ik deel de mening van Merel Pit geheel. Maar ik vind die particuliere woningen, zeker van bekende architecten, ook nog om een andere reden interessant. Eigen woningen getuigen namelijk vaak van een andere taal van dezelfde architect. Zie het warme huis van Mels Crouwel aan de Vijzelgracht in Amsterdam. Zonder meer modern, maar in bijna niets gelijkend op zijn indrukwekkende vervoersknooppunten (Schiphol, Rotterdam CS, Den Haag Centraal). Als we de vijf woningen met elkaar vergelijken en we aannemen dat alle huizen drastisch zijn opgeruimd voor de komst van de fotograaf, vallen me vier dingen op.

Ten eerste, het is niet verrassend, is de menselijke maat leidend in alle ontwerpen. Ten tweede zijn de ontwerpen rijk aan detail, voortkomend uit de enorme zorg waarmee de huizen zijn ontworpen en gebouwd. Ten derde: het gaat om het renoveren van bestaande bouw of om het zeer zorgvuldig inpassen van nieuwbouw in de context. En ten vierde: iedere architect heeft op zijn of haar manier vooral geborgenheid gezocht. Samengevat: menselijke maat, zorg, het bestaande als uitgangspunt en geborgenheid.

Ik vind dit niet alleen interessant, maar het roept ook de vraag op: waarom is dit verrassend? Waarom is deze taal niet altijd leidend voor architectuur. Ook voor al die andere gebouwen die vooral groots en meeslepend lijken te moeten zijn. Ik zou Mels Crouwel willen vragen: ‘waarom maakt hij voor zichzelf zo’n prachtig warm huis, en voel ik me zo verlaten in dat donkere hol dat de hal van Rotterdam CS nogal altijd is? Waarom ontbreekt schijnbaar elk detail aan Zalmhaventoren in Rotterdam? Waarom mag groots en meeslepend zo strijdig zijn met de plek? Waar is de geborgenheid aan de achterkant van het station van Utrecht? Of moet die nog komen? Waarom is, wat leidend zou moeten zijn voor elk nieuw ontwerp, vooral leidend voor particuliere woningen die architecten voor zichzelf hebben gebouwd?