Politiek
March 18, 2013

Veiligheid en geborgenheid in de stad

Het moet soms frustrerend zijn voor bestuurders: de criminaliteit daalt al jaren, maar het gevoel van veiligheid neemt niet toe. Hoewel het objectief gezien veiliger wordt in ons land en in onze steden, neemt het gevoel voor veiligheid niet toe. Eerder lijkt soms het tegendeel te gebeuren. En in die situatie durft geen politicus te roepen dat de criminaliteit afneemt. En terecht. Er is geen enkele reden om gevoelens van onveiligheid te bagatelliseren of zelfs te negeren.

Dit betekent niet dat de overheid geen invloed heeft op de omstandigheden waaronder mensen zich wel of niet veilig voelen. We weten inmiddels allemaal dat de inrichting van de stad de gevoelens van geborgenheid van burgers kan versterken, of soms geheel kan wegnemen. In dat verband is de discussie die in de stedebouw woedde in de eerste decennia na de Tweede Wereldoorlog interessant. De ‘modernisten’ dachten niet in termen van geborgenheid, laat staan gezelligheid. Voor hen ging het om licht, lucht en ruimte, om de doorstroming van het (nieuwe) autoverkeer en om de scheiding van functies (als je woonde moest je geen last hebben van een ‘fabriek’).

Jane Jacobs was één van de wetenschappers die zich verzette zich tegen de modernistische stedebouw, waarbij verkeerscorridors en functiescheiding een einde maakten aan de traditionele (organische) stad. Haar befaamde boek uit 1961 over de stad (The life and death of the great American cities) had later zelfs grote impact op de Amerikaanse stedebouw. Haar betoog was helder: je moet niet streven naar functiescheiding, maar naar functiemenging, want functiemenging geeft geborgenheid en veiligheid. Wie bedrijven, winkels, scholen en andere voorzieningen toevoegt aan een buurt, vergroot de levendigheid. En als er voldoende mensen op straat lopen, is er geen ruimte meer voor criminaliteit. Hoe plausibel die stelling misschien ook mag luiden, empirisch bewijs leverde Jacobs niet. Dat empirisch bewijs was ook moeilijk te leveren, aangezien bekend is dat criminaliteit juist het hoogst is in gebieden waar veel mensen zijn. Vanwege die andere simpele reden: gelegenheid maakt de dief.

Hoe aardig is dan ook het boek van Talja Blokland uit 2009: Oog voor elkaar, veiligheidsbeleving en sociale controle in de stad. In tegenstelling tot Jane Jacobs bewijst Talja Blokland wel dat functiemenging tot veiligheid leidt, maar ze toont ook aan dat de relatie tussen beide een stuk complexer is dan door Jacobs werd verondersteld. Haar betoog is opgebouwd uit drie stappen.

De eerste stap: Jacobs veronderstelt dat de veiligheid groter is naarmate er meer mensen op straat lopen. En functiemenging leidt tot meer mensen. Dus functiemenging leidt tot veiligheid. Nee, zegt Blokland: functiemenging leidt wel tot meer mensen op straat, maar dat op zich vergroot de veiligheid niet. Want waarom zouden al die mensen op elkaar letten. In de woorden van Blokland: “Ogen op straat, is nog geen oog voor elkaar”.

De tweede stap: er wordt vaak verondersteld dat als mensen elkaar beter kennen, ze elkaar meer vertrouwen en zich daardoor veiliger voelen. Door functiemenging ontmoeten mensen elkaar en leren ze elkaar kennen. Functiemenging leidt dus tot een groter gevoel van veiligheid. Nee, zegt Blokland: als je mensen beter leert kennen, weet je ook welke mensen je niet kan vertrouwen. Sommige mensen zijn nu eenmaal niet te vertrouwen.

De derde stap: toch neemt het gevoel van veiligheid in een buurt toe als je de andere mensen uit de buurt beter kent. Want niet het vertrouwen in de medemens bepaalt het gevoel van veiligheid, maar juist de wetenschap of je iemand wel of niet kan vertrouwen! Het gevoel van onveiligheid komt vooral voort uit het niet weten wie je kan vertrouwen. Sociologen spreken in dit verband over mistrust.

Deze redenering brengt gemeentebesturen een stap verder. Ze weten voortaan dat functiemenging op zich niet voldoende is om de veiligheid in een wijk te vergroten. Je moet er ook voor zorgen dat mensen elkaar zien. Daarom: zorg voor veel differentiatie in winkels, zodat de kans op ontmoeten veel groter wordt. Zorg voor een breed gebruik van scholen. Zorg er ook voor dat er een plek is voor de rafelrand van de samenleving, zonder dat die plekken geheel door de rafelrand worden bezet (dan weet je wie je niet kan vertrouwen). Juist doordat mensen elkaar zien leren ze wie ze kunnen vertrouwen en wie ze niet kunnen vertrouwen. En die zekerheid draagt bij aan het gevoel van veiligheid.

En Blokland voegt er meteen een waarschuwing aan toe. Dat gevoel van veiligheid ontwikkel je pas na een langdurig dagelijks contact met de bewoners uit je buurt. De overheid wil nog wel eens denken dat het allemaal geregeld is met een projectje hier en een projectje daar. Nou, dat is dus niet het geval. Om het gevoel van veiligheid in steden en buurten te versterken, heb je echt een structurele aanpak nodig.