Politiek
January 3, 2022

Verdichting van steden: Dichtung und Wahrheit

Het nieuwe kabinet gaat per jaar 100.000 nieuwe woningen bouwen. Een oude discussie laait op: moeten we verdichten of moeten we uitbreiden? Moeten we vooral binnen de huidige steden bouwen of vooral daarbuiten? Voor- en tegenstanders van verdichting praten in de praktijk grotendeels langs elkaar heen. Beide partijen lijken zich ook op andere feiten te baseren. Ofwel: het debat is geheel verpolitiekt. Misschien is het goed om een aantal feiten op een rijtje te zetten. Als we het over de feiten eens zijn, kan iedereen weloverwogen zijn eigen keuze maken.

Kosten

Bouwen in het weiland is goedkoper dan bouwen in de stad. De grond is goedkoper, er hoeven geen gebouwen te worden gesloopt en er hoeft veel minder grond te worden gesaneerd. Bovendien is in het algemeen laagbouw per m2 goedkoper dan hoogbouw. Maar het gaat niet alleen om de kosten van de bouw, maar ook om de kosten van mobiliteit. Als mensen fietsen, hoeven er geen snelwegen te worden aangelegd. Het aanleggen van wegen voor al die auto’s kost veel geld. Toch is dat een onvolledig beeld. Hoge verdichting vraagt ook om hoge investeringen in het openbaar vervoer (denk bijvoorbeeld aan het Amsterdamse Havenstad waar 70.000 woningen zouden moeten worden gebouwd in het oude Amsterdamse havengebied dat nog nauwelijks is ontsloten). Omdat openbaar-vervoersystemen zo duur zijn, valt niet op voorhand te zeggen of de kosten voor mobiliteit bij verdichting hoger of lager zijn dan bij uitbreiding. Dus: het bouwen van een woning is bij uitbreiding goedkoper, de bijkomende kosten voor mobiliteit zijn bij verdichting niet per definitie lager.

De waarde van de open ruimte

Uitbreiding betekent aantasting van de open ruimte rondom de steden. Dat fenomeen kent verschillende aspecten. Ten eerst gaat uitbreiding ten koste van de landbouw. Maar het is de vraag of de toekomstige landbouw die 2% van de ruimte die nodig is voor de komende 1 miljoen woningen, niet kan missen. Ten tweede gaat het om de waarde van open ruimte in een toch al dichtbebouwd land. Hier is de vraag hoe ‘open’ de ruimte is waar een uitbreiding zal plaatsvinden, omdat het tussenland tussen stad en land al vaak over grote afstanden is bebouwd en verrommeld. Ten derde gaat het om de betekenis van open ruimte voor de biodiversiteit. Ook hier is de vraag hoe groot de biodiversiteit nog is in een open ruimte die vooral voor raaigras en dozen langs snelwegen wordt benut. Anderszins kan je industriële landbouw ook door biologische landbouw vervangen en op die manier de biodiversiteit vergroten.

Klimaat

In het kader van de klimaatverandering zijn klimaatmitigatie (het tegengaan van klimaatverandering) en klimaatadaptatie (aanpassen aan klimaatverandering) van belang. Voor klimaatmitigatie is een overgang van fossiele naar niet-fossiele energie onvermijdelijk. Evenals een besparing op energie, zolang die transitie nog niet is gerealiseerd. Verdichting leidt tot energiebesparing, omdat er meer van fiets en openbaar vervoer gebruikt wordt gemaakt dan bij uitbreiding. Dit voordeel valt steeds meer weg naarmate er meer elektrische auto’s op groene stroom gaan rijden. Bovendien leidt verdichting in de vrije tijd tot meer verkeersstromen de stad uit, niet alleen omdat meer mensen in de stad wonen, maar ook omdat het groen afneemt naarmate de stad dichter wordt bebouwd en mensen hun behoefte aan groen elders moeten vervullen

In het kader van klimaatadaptatie is het tegengaan van hitte-stress en het opvangen van grote en tijdelijke hoeveelheden water van groot belang. Hoe meer publieke ruimte en hoe meer groen in de stad hoe beter de kansen zijn voor klimaatadaptatie. Dat staat haaks op het verder volbouwen van de stad.

Draagvlak voorzieningen

Hoe dichter de stad bebouwd is hoe hoger het draagvlak voor voorzieningen. Dat geldt met name voor het openbaar vervoer. Hoe meer mensen dichtbij elkaar wonen, hoe meer reizigers gebruik maken van het openbaar vervoer. Daar staat tegenover dat naarmate meer mensen naar de stad trekken, het draagvlak voor openbaar vervoer elders in het land afneemt en de auto-afhankelijkheid daar juist toeneemt.

Segregatie

Uitbreiden kan leiden tot de trek van de middenklasse naar de uitleglocaties. Dat zou de segregatie tussen arm en rijk kunnen doen toenemen. Maar verdichting leidt tot gentrificatie waardoor arm en rijk evenzeer worden gesegregeerd.

Woonwensen

Wat willen mensen zelf? Klimaatmitigatie, klimaatadaptatie, het openhouden van de open ruimte, het creëren van draagvlak voor voorzieningen, het tegengaan van segregatie: het zijn allemaal publieke belangen waaraan men meer of minder waarde kan toekennen. Maar wat willen mensen zelf? Door de jaren heen is er een substantiële groep mensen die grondgebonden wil wonen, in het groen en in de nabijheid van stedelijke voorzieningen. En het is niet alleen een substantiële groep: het is de grootste groep. Die wordt met uitbreiding en niet met verdichting bediend.

Haalbaarheid

Binnenstedelijk bouwen is duurder en complexer. Dus: hoe meer er wordt verdicht, hoe meer geld en meer tijd dat vergt. Daar komt bij dat het regeerakkoord nauwelijks in extra geld voor de woningbouw voorziet. En nauwelijks in nieuwe instrumenten. Het nieuwe kabinet wil wel dat er voor 2030 1 miljoen nieuwe woningen worden gebouwd. Dat is bij uitbreiding haalbaarder dan bij verdichting. Daarbij wordt door deskundigen (als Peter Boelhouwer) betwijfeld of die 1 miljoen woningen überhaupt genoeg zijn. Het woningtekort neemt alleen af door nieuwe huizen te bouwen of door bestaande woningen op te delen (ook een vorm van verdichting).

Conclusie

Dit is een rudimentair overzicht. Verre van compleet. Het zou verder moeten worden aangevuld met feiten. En hoe graag men misschien uit een feiten-overzicht ook een mening wil destilleren, feiten zijn geen meningen. Feiten komen tot stand op basis van een wetenschappelijke redenering, meningen op basis van politieke overwegingen. Feiten kan je wetenschappelijk bestrijden, meningen politiek. Wat zou het heerlijk zijn als we het tegenovergestelde eens een tijdje zouden vermijden.