Stedebouw
April 28, 2014

Verlos de stad van het autovrije winkelgebied

Peter van der Helm schrijft een fascinerend artikel in het laatste nummer van S+RO. Hij vergelijkt Rotterdam, de meest ‘internationale’ stad van Nederland, met Philadelphia. Waar in Rotterdam de auto’ en de voetgangers in de binnenstad zoveel mogelijk worden gescheiden, kent de Amerikaanse stad veel minder belemmeringen voor de auto. Volgens Van der Helm verzwakt het Nederlandse beleid van autovrije winkelgebieden de positie van de binnenstad. En ik denk dat hij gelijk heeft.

Het is boeiend dat op tal van plaatsen in Nederland de ver doorgevoerde functiescheiding weer wordt verlaten, nadat we dit principe in de 20e eeuw soms tot het ridicule hebben aangehangen. De Bijlmermeer is weer grotendeels afgebroken, in kantoren kan (noodgedwongen) weer worden gewoond en alleen Lelystad ploetert voort. Tegenwoordig scoor je met organische bouw en spontane steden waarin alle functies zoveel mogelijk worden gemengd.

Er geldt één uitzondering op deze fundamentele omslag in denken en beleid: nog steeds zijn binnensteden bij voorkeur autovrij. Rotterdam is daarvan een goed voorbeeld. De Lijnbaan was indertijd bedoeld als de enige autovrije winkelstraat, en was juist daarom zo uniek. Hier kon men ongestoord winkelen en niet meer dan dat. Ook het wonen verschoof uit de binnenstad. Nu is de Lijnbaan een klein onderdeel van één groot gebied voor winkels en voetgangers heeft daarmee zijn specifieke aantrekkingskracht verloren. Dit gebied is inmiddels zelfs te groot voor de Rotterdamse behoefte. De winkels in de Hoogstraat kregen het jaren geleden al moeilijk. Door internetwinkelen zakken momenteel steeds meer winkels door de bodem.

Het Rotterdamse gemeentebestuur maakt zich dan ook terecht zorgen over de binnenstad. De oplossing wordt gevonden in het vergroten van het winkelbestand! De Markthal van Winy Maas nadert zijn voltooiing, het Forumgebouw van Rem Koolhaas komt eraan. Weer nieuwe plekken voor weer nieuwe winkels. De kaalslag elders is onvermijdelijk. Het zal nog duidelijker worden dat Rotterdam te veel winkels heeft.

Het zou veel beter zijn om de autovrije winkelgebieden weer terug te geven aan de auto, en aan de fiets. Mengen van voetgangers, met auto’s en fietsen geeft levendigheid aan een stad en biedt bovendien kansen voor andere bestemmingen. Het gemeentebestuur kan leren van de ontwikkeling van twee opvallende straten in de Rotterdamse binnenstad in de afgelopen: de Witte de Withstraat en de Meent. Rond de eeuwwisseling werd de Witte de Withstraat in korte tijd van een enclave van coffeeshops een interessant uitgaansgebied tussen het Museumkwartier en de binnenstad. De straat is toegankelijk voor voetgangers, fietsen, bakfietsen, auto’s enzovoorts. Recentelijk is de Meent omgetoverd van een verlopen winkelstraat type jaren 60, tot een place to be. Ook hier: alle vervoer is mogelijk. Intussen is de autovrije Hoogstraat al grotendeels gesloopt.

En het geldt niet alleen voor Rotterdam. In Den Haag zijn de Denneweg en het Noordeinde erg geliefd: auto’s rijden af en aan. In Amsterdam geven auto’s en trams kleur aan de Beethovenstraat. In Utrecht zijn de autoluwe grachten veel interessanter dan het autovrije Hoog Catharijne. De conclusie is duidelijk: we moeten af van die absoute scheiding van auto’s en winkels in de binnenstad. Een stad verdient een levendige binnenstad, en elke stad verdient een unieke binnenstad. Niet overal dezelfde ketens, niet overal dezelfde winkelcentra. Interessante gebouwen, een interessant straatbeeld. Geen bloembakken waar bakfietsen en auto’s horen te rijden. Geen natuursteen, maar gewone straatstenen.

Stel je nu eens voor dat de voetgangers in Rotterdam het alleen geheel voor het zeggen krijgen in Forum, de Markthal, de Koopgoot en de Lijnbaan. Stel je voor dat elders de fietsen en de auto’s weer normaal toegang krijgen. Dat zou niet alleen de dynamiek terugbrengen op straat, maar ook de dynamiek in het winkelbestand. Slechte winkelgebieden zullen sneller afsterven, de opengevallen plaatsen zullen nieuwe kansen bieden voor andere functies. En elders  zullen nieuwe plekken ontstaan voor verrassende winkels.