Hardlopen
May 24, 2017

Waarom een goede marathonloper twee artsen heeft

Wat is dat toch met mijn hart. In 2010 meldde een sportarts dat mijn hart last had van ST-depressies. Een second opinion bij Paul van Dijkman leert dat er niets aan de hand is. Dat de afwijkingen in het elektrocardiogram slechts voortkomen uit mijn bizar goede conditie. Een paar weken later loop ik voor het eerst de Swiss Alpine rondom Davos. 78 km met 2600 hoogtemeters.

Maar dat ruisje zat nog steeds in mijn hart. Een longarts in Dirksland merkt het op. Ze helpt me enorm met mijn longen, maar minder met haar advies om ook nog even langs de cardioloog te gaan. Het wordt een bizar bezoek bij die cardioloog uit Dirksland.

Eerst een echo-cardiogram, daarna een electro-cardiogram. Geen idee wat ze allemaal met me doen. Dan het gesprek met de cardioloog. “U hebt wat kalk op uw aorta-klep. Dat is niet erg, maar daar moet u wel ooit aan worden geopereerd.” Ik vraag voorzichtig wanneer dat moet gebeuren. “Afhankelijk van hoe oud u wilt worden.” Ik zeg monter dat ik er nog geen last van heb, ik heb immers net een marathon gelopen. “Dat moet u nooit meer doen.” Hij zegt het bozig en met venijn. Ik vraag of de kalk met de cholesterol te maken heeft. Nee. Ik krijg een wetenschappelijke verhandeling van een cardioloog uit Dirksland. Deze kalk is gewoon slijtage, heeft niets met cholesterol te maken. Uw cholesterol is overigens wel veel te hoog. Later blijkt dat een “beetje te hoog”, nadat ik een paar weken wat slordig met mijn medicijnen ben omgegaan.

De cardioloog laat me allerlei bewegende beelden op zijn scherm zien. Van mijn hart en van het hart van andere patiënten. Straks laat hij mijn hart aan andere patiënten zien. Overigens was zijn blik toch al 90% van de tijd op zijn beeldscherm gericht. Wel handig om nu samen op dat scherm te kijken. Ik begrijp dat mijn klep er niet goed uit ziet, maar dat het nauwelijks verder uit het onderzoek blijkt. Er is slechts sprake van een ‘mild’ drukverschil. Maar ja, die klep ziet er slecht uit. Vooral bij extreme duursport kan je met zo’n klep, na uitdroging, gaan flauwvallen. Ik meld dat ik dat probleem al lang herken, maar inmiddels heb opgelost door onderweg zout in te nemen. Ik ben dan ook benieuwd of hier sprake is van een nieuwe of van een oude kwaal. Als ik die vraag stelt, volgt er vooral irritatie. Dat het zijn advies is, en dat ik het allemaal zelf maar moet weten. En dat hij geen jurist is. Ziet hij mij daarvoor aan? Voelt hij zich in het nauw gedreven? Ik stelde geen juridische, maar slechts een methodologische vraag.

Vervolgens zegt de cardioloog woedend dat marathon-lopen ‘dodelijk’ is. Dat er afgelopen weekend in Rotterdam ook weer allerlei mensen zijn afgevoerd. Ik meld maar niet dat niemand is doodgegaan. Dat zijn schoonvader ook zo’n “idioot” is die alleen maar marathons wil lopen. En nooit de gevaren daarvan wil inzien. Ik ben even verbouwereerd. Ik ben niet erg geïnteresseerd in de schoonvader van de cardioloog. Ik kom hier voor mijn eigen hart. Maar daarna besef ik dat zijn advies om voortaan geen marathons meer te lopen dus weinig discriminerend is. Blijkbaar geeft hij dat advies aan iedereen. Als ik dat opper, zegt hij weer venijnig dat hij geen jurist is. Ik ook niet, maar dat doet blijkbaar niet terzake.

Inmiddels kan hij dat ene verontrustende plaatje van mijn hartklep niet meer terugvinden in zijn computer. Het mompelt dat hij verder onderzoek nodig heeft. Via de slokdarm. Het maakt allemaal geen sterke indruk. Na al die stelligheid over zijn schoonvader en mij hart. Hij vraagt: “Wat gaan we doen?” Ik zeg dat ik er eerst over wil nadenken. Hij stelt de vraag nog eens. Ik antwoord het antwoord nog eens. Hij zegt: dat betekent dat ik u nooit meer zal zien. Ik geef geen bevestigend antwoord. Ik ben even mijn assertiviteit kwijt. Later bedenk ik me dat ik die rare man luidkeels gelijk had moeten geven. Nee, natuurlijk kom ik nooit meer bij deze rare cardioloog in Dirksland? Alleen zijn gesprekstechniek is al een goede reden om nooit meer naar hem terug te gaan. Ik vrees dat die techniek nooit beter zal worden. Deze man weet immers alles altijd beter.

Op 24 april ga ik naar Paul van Dijkman. De man die zulke goede second opinions kan geven. Hij laat me onderzoeken. Weer een elektrocardiogram, weer een echo. En ja, er zit een beetje kalk op die ene klep. Niemand weet hoe lang die kalk er al zit. Maar het heeft geen enkel effect op mijn hart. Dat functioneert uitstekend. “Blijf jij lekker die gekke dingen doen.” “Blijf vooral marathons lopen”. En kom over twee tot drie jaar nog eens terug. Gaan we kijken of er niks is veranderd.