Politiek
May 22, 2013

Waartoe dient dat Bouwbesluit

Het Bouwbesluit is een dik boekwerk. Iedereen kent van zijn bestaan. Weinigen kennen de inhoud. In 2012 werd de nieuwste editie vastgesteld. Er was gedoe over, met de Kamer, met de sector. En de Kamer vroeg dan ook aan de minister om een evaluatie. Geen onderzoek naar de effecten, maar naar de totstandkoming van het Bouwbesluit 2012.

Er kwam een onderzoeksbureau. En er kwam een regiecommissie, om te voorkomen dat de slager te zeer zijn eigen vlees zou keuren. Ik werd gevraagd om die regiecommissie voor te zitten en raakte verzeild in een wereld die voor mij geheel nieuw was. Het Overlegplatform Bouwregelgeving. Een wereld van mannen, die al jaren met elkaar de vergaderzaal deelden. De politiek had iets geroepen over minder regels, of was het nou: minder regeldruk? Maar aan die wens hadden die vertegenwoordigers niet kunnen voldoen bij de invulling van het nieuwe Bouwbesluit. Dat Bouwbesluit heeft namelijk een dubbele functie. Het Bouwbesluit zorgt ervoor dat al onze nieuwe huizen aan bepaalde eisen voldoen. Maar het zorgt er ook voor dat er geen concurrentievoordelen ontstaan op de bouwmarkt. Dat er sprake is van een level playing field. En die mannen van het Overlegplatform Bouwregelgeving zijn vooral met het laatste bezig en veel minder met het eerste.

Dat heeft grote gevolgen voor elk nieuw Bouwbesluit: het zal even goed zijn als het vorige, maar niet anders. Omdat we het zo hebben ingericht dat het Bouwbesluit altijd weer zal bestaan uit een groot aantal regels die vooral als doel hebben voordelen voor de concurrent te voorkomen. Ja, het is een beetje ‘Brussels’ zoals we in Nederland het Bouwbesluit tot stand laten komen: zet de belanghebbenden om tafel en laat die het zelf maar uitvechten. Het enige probleem is dat twee belanghebbenden bij het Bouwbesluit grotendeels ontbreken: de consument en de politiek. De consument voelt zich blijkbaar niet thuis in dit wereldje, en de Kamer laat zich vaak verleiden om het lobbywerk van de fabrikanten in het OPB nog eens dunnetjes over te doen. Zo wordt nimmer door de politiek vastgelegd hoeveel risico ik mag lopen dat mijn huis morgen zal instorten en zo mag geen enkele consument zich beklagen over het feit dat niet hijzelf maar iemand anders zijn traphelling bepaalt en de voetruimte in zijn wc. Het lijkt me dan ook goed als de politiek bij een volgend Bouwbesluit zelf de politieke kaders bepaalt, waarbinnen de ‘fabrikanten’ op zoek mogen naar hun eigen level playing field.

[verschijnt als column op de site van BouwendNederland]