Schrijven
July 1, 2024

Wat is literatuur

Soms is het niet zo handig om een blog te schrijven. Ik heb me aangemeld voor de Schrijversvakschool en ben nog niet aangenomen. En toch wil ik nu al over literatuur schrijven. En dan ook nog over de grootste vraag: ‘wat is literatuur?’ Onhandig omdat mijn antwoord reden kan zijn voor de genoemde school om me af te wijzen. En pretentieus. Maar ach, met deze inleiding moet het misschien kunnen. 

Toevallig las ik afgelopen week het essay van Özcan Akyol, ‘Generaal zonder leger’. Het is al een paar jaar oud. Akyol stelt dat het begrip ‘literatuur’ ten onrechte wordt geclaimd door een bepaalde elite. Volgens hem woont die elite met name in Amsterdam. Daar zitten de mensen die bepalen welk boek wel ‘literatuur’ is en welk boek niet. Het zijn volgens hem dezelfde mensen die in alle jury’s zitten voor de vele literatuurprijzen die Nederland rijk is. 

Is een boek dus alleen ‘literatuur’ als de culturele elite het heeft omarmd? Akyol vraagt zich af waarom de smaak van het publiek er blijkbaar helemaal niet toe doet. Waarom zijn de boeken van Lucinda Riley die al jarenlang goed worden verkocht, geen ‘literatuur’? Alleen omdat de culturele elite het geen literatuur vindt?

Akyol overdrijft wellicht. Toch heeft hij een punt en tegelijkertijd heeft hij geen antwoord. Want hij geeft ruiterlijk toe dat niet alle fictie ook meteen literatuur genoemd mag worden. Maar wanneer is er wel sprake van literatuur, aan welke criteria moet het voldoen, en hoe omschrijf je met name de ondergrens van literatuur? 

Mag ik een poging doen? Op het gevaar af dat ik na drie weken Schrijversvakschool mezelf al voor de kop kan slaan. Dan kan de blog als curiositeit blijven staan. 

De eerste afbakening: bij literatuur gaat het om fictie en niet om non-fictie. Fictie is het product van de verbeelding, het is verzonnen door de auteur. 

De tweede afbakening: niet alle fictie die wordt verkocht is literatuur. We mogen best onderscheid maken tussen lectuur (alles wat kan worden gelezen) en literatuur. 

De derde afbakening: louter vermaak of ontspanning is niet genoeg. Ook als een boek spannend is, als een boek beklemt, is het nog niet meteen literatuur.

De vierde afbakening: het boek (of het gedicht) is pas literatuur als het een toegevoegde waarde heeft voor de persoonlijke ontwikkeling van de lezer. 

Maar wat bedoel ik daarmee? Moet het zo hoogdravend? Of kan het misschien concreter. Als er voor mij (nieuwe) woorden worden gegeven aan een gevoel dat ik herken, is het voor mij literatuur. Als een relatie tussen mensen zodanig wordt uitgediept dat ik mijn eigen relatie beter ga verstaan, is het voor mij literatuur. Als ik het gedrag en de gevoelens van mensen in een bepaald tijdsgewricht beter ga begrijpen, is het voor mij literatuur. En als het nu alleen maar ‘mooie taal’ is, waarin ik me herken? Taal is alleen mooi als het bestaande mooier wordt beschreven. En dus bijvoorbeeld meer scherpte krijgt. Een nieuw perpectief, een nieuwe bril. In algemeen: literatuur verrijkt het leven. 

Nu zal de lezer misschien opmerken dat er boeken zijn waarvan de één niets meer leert en de ander nog heel veel leert. Dat valt niet te ontkennen. Dat zou betekenen dat voor de één geen sprake is van literatuur, terwijl de ander hetzelfde boek zeker als literatuur zou aanmerken. 

Dat klopt, dat is de consequentie van mijn redenering en van mijn definitie. Literatuur is daarmee een relatief begrip. We maken zelf uit of we een bepaald boek of een bepaald gedicht als ‘literatuur’ zouden willen bestempelen. We zijn allemaal mondig genoeg om die vraag niet aan een zelfbenoemde culturele elite over te laten. Literatuur is een individuele ervaring.